Jouw cosmetica: een bron van hormoonverstoorders?

‘Beste minister, haal die hormoonverstoorders uit ons lijf’

Delen

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waarschuwde al in 2002 voor de nadelen van hormoonverstoorders op onze gezondheid. Twintig jaar later weet bijna de helft van de Belgen dat nog steeds niet. Laat staan dat we weten hoe we hormoonverstorende stoffen kunnen vermijden. Nochtans wijst meer en meer onderzoek op een link tussen hormoonverstoorders en onvruchtbaarheid, zwaarlijvigheid, diabetes en sommige vormen van kanker. Kom op tegen Kanker pleit daarom voor meer sensibilisering én meer onderzoek.

Via onze voeding, water, de lucht die we inademen, verzorgingsproducten, zelfs via de placenta en moedermelk … dagelijks komen we in contact met hormoonverstoorders. Die chemische stoffen verstoren de werking van je hormonen bij het regelen van ons dorst- en hongergevoel, slaap-waakritme, lichaamstemperatuur, groei, geslachtskenmerken, emoties en heel wat andere processen. En niemand die weet wat de exacte impact daarvan is op onze gezondheid, hoe we precies in contact komen met die stoffen en met hoeveel van die stoffen.

Verontrustend? Dat vond ook onze overheid. Het komende jaar wil ze een nationaal actieplan tegen hormoonverstoorders uitrollen. Dat kan een gezondheidsorganisatie als Kom op tegen Kanker alleen maar aanmoedigen. Meer nog, we roepen minister Wouter Beke (CD&V) op om te investeren in sensibilisering. Aan minister voor Volksgezondheid Vandenbroucke (sp.a) en minister voor Leefmilieu Khattabi (Ecolo) vragen we om te investeren in onderzoek.

Meten is weten: het Europese Humane Biomonitoring Initiatief

Een verdienstelijke poging om de impact van hormoonverstoorders in kaart te brengen, zijn de Europese biomonitoringstudies (HBM4EU). Via urine, bloed of haar bepalen ze hoeveel en welke chemische stoffen aanwezig zijn in ons lichaam en de gezondheidseffecten ervan. Op basis daarvan bevelen ze beleidsmakers aan hoe we minder blootgesteld kunnen worden aan die stoffen.

Uit het Vlaamse biomonitoringprogramma bij 610 jongeren blijkt dat

  • de binnenhuisomgeving de blootstelling aan hormoonverstoorders mee bepaalt. Verlucht en ventileer je huis dus goed!
  • er minder bisfenol A, toxische ftalaten en kankerverwekkende polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) gevonden werden. Normen en regels opleggen werpt dus vruchten af, al moet er goed opgelet worden voor een verschuiving naar andere hormoonverstoorders

Het minder goede nieuws is dat we aan nieuwe stoffen blootgesteld werden. Die stoffen komen uit verzorgingsproducten en cosmetica, weekmakers in plastic (verpakkingen), uv-filters, pesticiden en voedingsadditieven. En geen kat die het door heeft: liefst 47 % van de Belgen heeft nog nooit gehoord van hormoonverstoorders.

Ministers Vandenbroucke, Khattabi en Beke, zorgen jullie ervoor dat jullie actieplan inzet op meer preventie, strengere normen en meer onderzoek? 

Ann Gils

Diensthoofd preventie en vroegopsporing

Ann Gils

Er is dus dringend nood aan informatie en sensibilisering, zodat burgers zich realiseren  hoe ze in contact komen met hormoonverstorende stoffen en hoe ze die kunnen vermijden.

Ministers Vandenbroucke, Khattabi en Beke, zorgen jullie ervoor dat dat actieplan inzet op meer preventie, strengere normen en meer onderzoek? 

Wat dat laatste betreft hebben we nog een kleine suggestie. Het zou heel interessant zijn om een biomonitoringstudie naar hormoonverstoorders uit te voeren bij kwetsbare groepen zoals kankerpatiënten. Onderzoek de blootstelling aan hormoonverstoorders bij mensen die behandeld worden voor een hormoongevoelige kanker en de impact daarvan op de efficiëntie van de behandeling. Als hormoonverstoorders nefast blijken voor bepaalde behandeling, moet er absoluut ingezet worden op de sensibilisering van kankerpatiënten en hoe ze hormoonverstoorders kunnen vermijden. Want voorkomen is nog altijd beter dan genezen. 

Thema's: Leefomgeving