Wim, onderzoek UZ Gent

Wim, psychosociaal onderzoek UZ Gent

Delen

‘Vergeetachtig zijn, zich niet meer kunnen concentreren. Dat zijn de cognitieve klachten waarmee patiënten soms te maken krijgen tijdens of na een kankerbehandeling. Met de steun van Kom op tegen Kanker heb ik uitgebreid onderzoek verricht naar dat probleem. Dat heeft ervoor gezorgd dat ik ondertussen een betere kijk heb op hoe die klachten precies verlopen. Met de informatie zullen psychologen in de toekomst patiënten nog beter kunnen helpen om hun concentratie, geheugen, organisatie- en planningscapaciteiten weer aan te scherpen.'

'Aan het onderzoek hebben meer dan honderd mensen meegewerkt. Het duurt natuurlijk enkele jaren vooraleer zo’n studie is afgerond. Maar het is niet alleen de conclusie van het onderzoek die de moeite loont, ook de hele weg ernaartoe levert interessante inzichten op. Naast verschillende testen, bestond het onderzoek ook uit interviews waarbij patiënten hun gevoelens en gedachten onder woorden moesten brengen. Keer op keer kwamen patiënten na zo’n gesprek tot de vaststelling dat kanker niet alleen kommer en kwel is, maar ook een mooie kant kan hebben.'

'De ziekte doet mensen nadenken over het leven, ze zorgt ervoor dat ze dingen in een ander perspectief zien. Zo vertelde een dame me ooit dat ze na haar behandeling op vakantie naar Italië trok en daar in een bloemenvallei terechtkwam. Voor haar ziekte had ze die vallei wellicht ook mooi gevonden, maar na haar behandeling blies de pracht van het landschap haar helemaal omver. De essentie zoeken, daar draait het allemaal om. Eenmaal mensen die gevonden hebben, gaan ze hun leven vaak anders aanpakken.  Psychosociale begeleiding zet zulke dingen in beweging en het is belangrijk dat die zorg aangeboden kan worden aan zo veel mogelijk mensen.'

'Zo is trouwens mijn samenwerking met Kom op tegen Kanker ooit van start gegaan. Eind jaren 90 werkte ik al eens met de organisatie en andere psychologen samen omdat we de psychosociale voorzieningen in ziekenhuizen wilden opdrijven. Toen zagen andere hulpverleners daar het nut niet van in en vroegen ze zich wel eens af wat wij precies deden. Dankzij dat project met Kom op tegen Kanker stellen hulpverleners zich ondertussen allang die vraag niet meer en zijn psychologen zelfs overbevraagd. Het klopt nochtans dat wij soms niets doen, maar net dat ‘niets doen’ is ontzettend belangrijk: meegaan met patiënten in hun onmacht tegen de ziekte, hun vragen aanhoren, er gewoon zijn. Het is een essentieel deel van mijn job, die voor veel patiënten een groot verschil maakt.’