Tim Van den Wyngaert

Nieuwe kijk op de kaak

Onderzoek naar de behandeling van kaaknecrose

Delen

Kankerpatiënten die botversterkende medicijnen moeten nemen, krijgen soms met kaaknecrose te kampen. Die nevenwerking heeft bijzonder pijnlijke gevolgen. Samen met collega’s uit het ZNA, UZ Leuven en AZ Nikolaas onderzoekt prof. dr. Tim Van den Wyngaert (UZA) wat de beste behandeling is.

Wat houdt je onderzoek precies in?

‘Met dit onderzoek gaan we op zoek naar de beste behandeling van kaaknecrose. Het skelet van de mens is geen statisch orgaan, maar vernieuwt zichzelf voortdurend. Stukjes oud en beschadigd bot worden vervangen. Normaal wordt er jaarlijks zo’n tien procent van het skelet vernieuwd. Maar de balans tussen botaanmaak en -afbraak kan ook verstoord raken. Dat zien we bijvoorbeeld bij kankerpatiënten met uitzaaiingen in het bot. Dan is er nood aan botversterkende medicijnen. Bij sommige patiënten kunnen die medicijnen nevenwerkingen hebben, zoals kaaknecrose. Dan komt het kaakbot in de mondholte bloot te liggen. Dat geeft ernstige hinder, zoals infecties, pijnklachten, chronische zweren of zelfs een breuk van de kaak.’

Hoe kan je onderzoek een verschil maken? 

‘Ondanks de impact van kaaknecrose op de levenskwaliteit van de patiënt, zijn de behandelingsopties nog beperkt. De behandeling met antibiotica, pijnstillers en mondspoelingen onderdrukt meestal alleen de symptomen. Recent onderzoek geeft echter aan dat verschillende vormen van heelkunde de kans op genezing kunnen verhogen. In onze studie vergelijken we de drie verschillende behandelingen. Zo krijgen we zicht op de beste optie en kunnen we artsen en patiënten beter adviseren.’

Wat hoop je met de hulp van Kom op tegen Kanker te realiseren? 

‘Hoewel kaaknecrose een eerder zeldzame nevenwerking van botversterkende geneesmiddelen is, zijn de gevolgen voor de patiënt bijzonder pijnlijk. Kom op tegen Kanker trekt voor dit onderzoek 523.750 euro uit. Dankzij hun steun kunnen we voor het eerst in Vlaanderen de krachten bundelen met vier grote centra en gericht onderzoeken welke vormen van heelkunde nodig zijn om, in combinatie met langdurige antibiotica, patiënten het best te kunnen helpen.’

prof. dr. Tim Van den Wyngaert

© Joost Joossen